
Bibliografische gegevens:
Titel: Erik of Het klein insectenboek
Auteur: Godfried Bomans
Uitgegeverij en plaats van uitgave: De Boekerij, Amsterdam.
Uitgegeven in: 1940
Pagina's: 143
Bijzonderheden: winnaar Nederland Leest 2013.
Flaptekst:
Het verschil tussen mensen en insecten is niet zo groot. Dat ontdekt Erik Pinksterblom als hij op een nacht het schilderij Wollewei boven zijn bed binnenstapt. Hij komt terecht in een avontuurlijke, magische wereld van insecten die zich net als mensen gedragen. Op hun beurt willen alle insecten meer weten over de rare tweevoeter die ineens uit de lucht komt vallen en alles over hun gewoontes lijkt te weten.
Eerste zin:
De kleine Erik lag, juist op het oogenblik dat dit boekje begint, in het oude bed van grootmoeder Pinksterblom met den troonhemel en de zijden kwasten, en keek over den rand van het blanke laken de schemerige kamer in.
Samenvatting:
Erik Pinksterblom ligt op een avond in zijn bed. Hij heeft de volgende dag een toets en heeft alles uit zijn hoofd geleerd over insecten. Daar heeft hij het boek 'Solms beknopte natuurlijke historie' voor gebruikt.
Hij heeft het gevoel dat er iets bijzonders gaat gebeuren en opeens ziet hij dat het schilderij van zijn overgrootvader geen gewoon schilderij is. Alle personen in de schilderijen op zijn kamer beginnen te leven. Ze praten met hem en met elkaar.
Dan zegt Erik dat hij wel zou willen weten wat er in Wollewei gebeurt. Het is het schilderij dat naast zijn bed hangt en hij zelf zo genoemd heeft. Opeens wordt hij zó klein dat hij in het schilderij kan stappen. Daar wordt hij nog veel kleiner, kleiner dan menig insect.
Het eerste dier dat hij ontmoet is een wesp, waarvan hij de naam niet kan uitspreken (weps). Deze neemt hem mee naar zijn huis en familie en Erik mag daar eten. De wespen maken hem duidelijk dat het erg belangrijk is van adel te zijn en een angel te hebben. Helaas kiest Erik ervoor een gedicht voor te dragen over 'de nijvere bij' (waar wespen erg op neerkijken) en bespeelt hij een bromvlieg zo driftig, tijdens het muziekuurtje van de familie, dat de vlieg overlijdt. Daarmee verliest hij zijn aanzien en trekt verder.
Hij vliegt op de rug van een hommel, die zelf zegt filosoof te zijn, naar een hotel. Het hotel is een groot oud slakkenhuis en er wonen veel verschillende dieren. De eigenaar is een slak. De dieren hebben veel interesse voor hem en komen erachter dat Erik veel van hen af weet. Dit heeft hij natuurlijk allemaal geleerd uit 'Solms' boek. Het gaat zelfs zo ver dat de dieren aan Erik gaan vragen wat ze moeten doen, waarop hij antwoord dat ze moeten vertrouwen op hun instinct. Gewoon doen wat ze altijd hebben gedaan. Na een tijd daar gewoond te hebben vertrekt Erik op de rug van een pas ontpopte vlinder weer de weide wereld in.
Helaas wordt die vlinder verliefd en trouwt, na het voordragen van een gedicht dat hij samen met Erik gemaakt heeft, met een vlindervrouwtje. Erik staat weer alleen.
Hij loopt alleen verder en gebruikt een dennennaald als wapen, want de insecten zijn niet zo aardig meer tegen hem. Hij heeft zijn wapen hard nodig als hij een zwarte weduwe tegenkomt en haar web kapotmaakt. Gelukkig herkent hij de manier waarop zij aanvalt en steekt de dennennaald in haar lijf. Erik overleeft het en de spin niet.
Dan ontmoet hij de doodgravertjes die de spin begraven en Erik ook bijna hadden begraven. Hij mag bij één van hen eten. Daar komt hij erachter dat de doodgravertjes weten waar de lijst van het schilderij is. Ze noemen het 'den dam'. Ondertussen legt het doodgravertje nog haarfijn uit aan Erik dat de hele wereld draait om doodgravertjes.
In zijn tocht om weer naar de oppervlakte te komen ontmoet Erik een worm. Deze kan niet zien en zegt dit ook helemaal niet te hoeven kunnen, wormen zijn veel beter omdat ze alles kunnen zonder te zien. Echter, de worm raakt in de knoop en heeft toch Erik's ogen nodig om eruit te komen. Een langslopende mier biedt zijn hulp aan.
Deze mier neemt hem mee naar zijn kolonie. Erik wil graag mee want hij heeft gehoord dat al het werk stil ligt omdat de dieren zich afvragen of het wel in 'Solms' staat wat ze doen. Hij probeert ervoor te zorgen dat iedereen weer aan het werk gaat en laat ondertussen de worm ophalen door de mieren. Helaas hebben ze hem niet helemaal begrepen en brengen ze hem in wel honderd stukjes voor zijn voeten.
Dan stelt Erik voor om samen de lijst te zoeken. De mieren mogen dan bij hem logeren. Dat vinden de mieren een goed idee en met elkaar trekken ze eropuit. Helaas komt Erik terecht in een enorme veldslag met een ander mierenleger. Net op het moment dat er iets in zijn ogen gespoten wordt en hij dat eruit wil wrijven merkt hij dat hij weer in zijn bed zit.
Hij kleed zich aan en loopt naar beneden, maar niets is veranderd. Op school maakt hij de toets met de kennis die hij heeft maar de juf vindt het maar raar en hij moet zelfs nablijven. Erik heeft nooit meer meegemaakt dat de schilderijen gingen leven. Maar in het dagelijks leven vergelijkt hij veel mensen met de verschillende insecten die hij heeft ontmoet.
Bron: http://www.scholieren.com/boek/63/erik-of-het-klein-insectenboek/zekerwetengoed
Personages:
- Erik is een nieuwsgierige en dappere jongen. Hij houdt het meer dan drie weken vol in een land waar hij niemand echt kent en waar hij zelf moet overleven. Dit, terwijl hij onderweg heel wat fouten maakt en dieren beledigd. Toch weet hij terug thuis te komen en zet al zijn kennis in op zijn toets. Helaas kan de juf niet weten dat Erik meer weet dan in \'Solms\' staat. Erik begrijpt dat hij dit voor zichzelf moet houden en als hij ouder is gebruikt hij zijn kennis om mensen te vergelijken met de insecten.
- De wesp was in eerste instantie erg aardig tegen Erik. Hij nodigde hem thuis uit en vroeg direct of hij van adel was, want dat vond de wesp heel belangrijk. Toen uiteindelijk bleek dat Erik dit waarschijnlijk niet was, was hij niet meer zo aardig.
- De slak was erg traag, in het vooruitkomen maar ook in denken. Hij was erg aardig tegen Erik maar was ook erg eigenwijs. Hij vond het moeilijk Eriks raad aan te nemen.
- De vlinder was erg vrolijk en vrij. Hij wilde graag vliegen en nam Erik mee.
- De worm was erg eigenwijs en vond dat hij anderen niet nodig had. Ogen waren voor de mindere dieren, wormen konden alles zonder ogen, dus waarom had je ze nodig?
- De doodgravertjes vonden dat alles om hen ging en dat de dood het beste was.
- De mieren waren erg ijverig en sloegen hierin door tijdens het vechten, ze verloren hun eigenlijke doel.
- De hommel was een echte nadenker en gaf zichzelf het idee dat hij erg slim was en een echte filosoof.
Thema en motieven:
Thema:
- Fantasie en Werkelijkheid
In dit boek wordt er een duidelijk verband gelegd tussen de fantasiewereld van Erik en de werkelijkheid. Zo leert hij in de fantasiewereld alle insecten en hun specifieke kenmerken kennen en kan dit in de echte wereld, de werkelijkheid, koppelen aan de verschillende mensen die hij leert kennen. De juf van zijn school kan alleen maar zeggen dat hij fantaseert over de insecten terwijl het voor Erik wel degelijk werkelijkheid is geweest. Daarom is \\'fantasie en werkelijkheid\\' het thema van dit boek.
Motieven:
- Mens en dier (relatie)
- Dromen
Titelverklaring:
"Erik" is de naam van de hoofdpersoon van het verhaal. "Of het klein insectenboek", de ondertitel, kan op twee manieren opgevat worden. Hiermee kan de schrijver het naslagwerkje bedoelen, 'Solms' Beknopte Natuurlijke Historie' genaamd, dat Erik voor school moet leren en dat hij later toepast op de insecten die hij ontmoet. Echter, logischer is de verklaring dat 'of het klein insectenboek' erop duidt dat de schrijver zijn boek in plaats van 'Erik' ook de titel 'Het klein insectenboek' had kunnen meegeven, vanwege de talloze insectensoorten die in het boek besproken worden.
Citaat (p.21): "De kleine Erik lag, juist op het ogenblik dat dit boekje begint, in het oude bed van grootmoeder Pinksterblom met den troonhemel en de zijden kwasten, en keek over den rand van het blanke laken de schemerige kamer in. (…) Onder zijn hoofdkussen lag een boekje, 'Solms' Beknopte Natuurlijke Historie' geheten, en Erik moest daar voor morgen alle insecten uit kennen."
Structuur en perspectief:
perspectief:
Auctoriaal perspectief.
Er is sprake van een alwetende verteller, die het verhaal van Erik vertelt. Aan het begin van ieder hoofdstuk leidt deze kort de komende gebeurtenissen in.
- Citaat (p.21): “De lezer maakt kennis met een zekeren Erik Pinksterblom, en met de voornaamste insecten die ons vaderland bevolken. Hij wordt voor de zonderlinge feiten geplaatst, en vraagt zich aan het eind van dit hoofdstuk af waar dit alles eigenlijk naar toe moet.”
- Citaat (p.193): “En nu is dat alles al weer lang geleden; zo lang, dat als men Erik naar dien avond zou vragen, hij enkel vergenoegd wat glimlachen zou en uit het raam naar buiten kijken. Zo gaat het als men groot wordt! Want de kleine Erik is groot geworden – hij zou zelf Vader kunnen zijn van een zeer klein Erikje (..).”
Structuur:
Bomans heeft het verhaal verdeeld over dertien hoofdstukken die als naam de nummering aanhouden ('hoofdstuk 1, hoofdstuk 2). Alle hoofdstukken hebben ongeveer dezelfde lengte. Wat bijzonder is aan dit boek is dat aan het begin van elk hoofdstuk een korte samenvatting weergegeven wordt van wat er in dat hoofdstuk gaat gebeuren. Bijvoorbeeld voor hoofdstuk 13:
- 'Erik rukt aan het hoofd der mieren naar een ruimere wereld op. Hij maakt een verschrikkelijken veldslag mee. Terug onder de menschen. Zij vallen hem bitter tegen.'
Stijl:
Godfried Bomans heeft niet echt een kenmerkende stijl.
Een typisch kenmerk van deze tijd was wel, dat er memoires geschreven werden. Dit boek kun je beschouwen als een soort memoires. Godfried Bomans schrijft over de insecten die Erik allemaal ontmoet. In een memoires wordt ook beschreven wie de schrijver allemaal ontmoet heeft in zijn eigen leven en hierbij besteedt hij dan meer aandacht aan degenen die hij ontmoet heeft, dan aan zichzelf.
Slotzin:
- Vaart allen wel, houdt altijd de lijst in het oog- en bekommert U niet te zeer om honing.
Recensie en mening:
- "Het was meteen een succes en is eindeloos herdrukt. De diverse voorwoorden staan achter in het boekje. Als je die tijd echt wil proeven, moet je die lezen."
Bron: www.ncrvgids.nl
- "Het zijn allemaal leuke en aardige ontmoetingen. Op een ongelukkige regenworm die helaas in de knoop raakt en het er niet levend afbrengt en een vervaarlijke spin die Erik naar het leven staat na blijft alles van een kinderlijke lichtheid. Daarbij is het verhaal ook opgetekend door een uitleggerige alwetende verteller (met negentiende-eeuwse inleidende tekstjes die bij ieder hoofdstuk samenvatten wat er volgt."
Bron: www.tzum.info
Mijn eigen mening:
Erik of het klein insectenboek is een leuk en kort boek! Het verhaal is echt beeldend geschreven en door de 'oude taal' maakt het het verhaal alleen maar leuker en interessanter om te lezen. Het verhaal over Erik in de insectenwereld is goed bedacht en de vergelijking met mensen schemert al door het verhaal heen terwijl je het leest. Het is een sprookje dat nog steeds leuk is om te lezen; het is een plezier om te lezen.
Maak jouw eigen website met JouwWeb